Categorie archieven: Handleidingen

UTP kabel zelf maken

UTP netwerkkabels zelf maken kan handig zijn. Bijv. als je met de netwerkkabel door een muur heen moet, dan hoeft het gat voor de kabel niet groter te worden dan de kabeldikte.  Het is wel een klusje waar je wat handigheid en geduld bij moet hebben. Als je met een standaard kabel kan voldoen dan geeft dit de voorkeur ook omdat deze minder storings gevoelig zijn en tenslote kan een goede computer zaak UTP netwerk kabels in verschillende lengtes en zelf kleuren leveren.UTP Tang

Om de konnectors aan de kabel te maken zijn we een tang nodig als hiernaast afgebeeld, konnectors en de juiste lengte netwerk kabel.Utp tang

De netwerk kabel bevat 8 draden en moet van goede kwaliteit zijn. Als kwaliteits aanduiding moet er de tekst ‘CAT 5’ of hoger op staan. Een ander soort 8 aardige kabels zou kunnen werken maar het risico dat dit problemen gaat geven is groot en meestal is het ook lastig hier connectoren op te knijpen. NIET DOEN dus!

Er zijn twee soorten netwerkkabels:

1. de gewone STRAIGHT kabel voor gebruik tussen computer en hub/swits.
2. CROSSED of TWISTPAIR kabel voor gebruik tussen twee computers.

We gaan eerst een STRAIGHT kabel maken (de meest gebruikte).

We beginnen met het strippen van de kabel, doe dit voorzichtig zodat er geen adertjes beschadigen want dan kan het gebeuren dat je kabel niets doet, of je krijgt data verlies. Strippen betreft in dit geval alleen maar het verwijderen van de buitenmantel van de kabel. Ga dus niet de individuele adres strippen! Het eenvoudigste doe je dit door voorzichtig met een stanley mes, een centimeter of 3 van het einde van de kabel, een fijne snede in de mantel te maken. Maak daarbij, zonder al te hard te drukken, een ronddraaiende beweging met het mes. Leg de aders in dezelfde volgorde als hieronder staat aangegeven. Dit schema geldt voor beide uiteinden. Houdt de kabels vervolgens naast elkaar en knip met de schaar alle aders in 1x op dezelfde lengte en leg ze op onderstaande volgorde.

1: Oranje-Wit
2: Oranje
3: Groen-Wit
4: Blauw
5: Blauw-Wit
6: Groen
7: Bruin-Wit
8: Bruin

Houd de connector met het lipje naar achteren zodat je door het vlakke gedeelte van de connector kan kijken en schuif deze over de draden heen totdat deze helemaal voorin de connector zitten.

Nu plaatsen we de connector in de tang en knijpen we 1 of 2 keer flink in de tang. Nog even kontroleren of de connector echt vast zit en je bent klaar.

Bij een CROSSED of TWISTPAIR kabel monteren we aan 1 kant van de kabel de connector net als bij een STRAIGHT kabel (hierboven). Aan de andere kant van de kabel plaatsen we de connector in onderstaande volgorde.

1: Groen-Wit
2: Groen
3: Oranje-Wit
4: Blauw
5: Blauw-Wit
6: Oranje
7: Bruin-Wit
8: Bruin

TIP: voordat je een CROSSED of TWISTPAIR kabel maakt of koopt probeer eerst even een gewone kabel als je die hebt. Veel moderne netwerkkaarten zijn tegenwoordig zo slim dat ze met beide overweg kunnen!

Bron: http://www.weethet.nl/

Hoe gebruik je tar en gunzip

Bestanden die eindigen op .gz (niet tar.gz) zijn simpel uit te pakken met gunzip <bestandsnaam>

tar is een programma om onder Linux bestanden aan elkaar te plakken tot 1 bestand en is eigenlijk bedoelt voor opslag op tape’s. tar comprimeerd niet daar is een ander programma voor nodig. Zoals je misschien al is opgevallen wordt tar met kleine letters geschreven. Onder Linux zijn de bestandsnamen hoofdletter gevoelig. De opdracht Tar zal dus niet werken!

Er zijn diverse tar extensies:

.tar – niet gecompremeerde archieven
.tar.Z – gecomprimeerd met het programma compress
.tgz of .tar.gz – gecomprimeerd met het programma gzip
.tbz2 of .tar.bz2 – gecomprimeerd met het programma bzip2

tar bestanden maak je als volgt:

tar -cvzf iets.tgz /home/bilbo/download.iets [/home/bilbo/download/nogiets]

* De – voor de opties hoeft eigenlijk niet meer, maar is standaard voor unix-achtige commando’s
* De c optie staat voor create, oftewel maak
* De v optie staat voor verbose, oftewel tar laat zien wat hij doet.
* De z optie staat voor zippen met gzip, je kunt ook een j optie gebruiken voor bzip2
* De f optie staat voor file, na deze optie moet altijd de naam van het archief bestand volgen. Zet zelf de extentie er achter. Tar maalt niet om extenties.
* Na de naam van het archief volgen een of meerdere bronnen.

“Normaal” worden bestanden in een archief geplaatst met een relatieve pad verwijzing, de eerste / wordt verwijderd van de naam.

Oftewel het bestand

/home/bilbo/download/iets/README

staat in het archief als

home/bilbo/download/iets/README

Uiteraard is dit instelbaar.

Het verdient de aanbeveling om tar bestanden te maken met relatieve filenamen:

cd /home/peter/
tar cvzf logrunner-0.1.0-src.tar.gz logrunner

wanneer je een directorynaam opgeeft pakt tar alle files en subdirectories uit de opgegeven directory ook in.

tar bestanden uitpakken:

De meeste versies van tar kunnen ook zelf het juiste decomprimeerprogramma aanroepen.

Een .tar.gz (of .tgz) bestand kun je alsvolgt uitpakken:

tar -xvzf iets.tar.gz

* (De – voor de opties kan weggelaten worden)
* De x optie staat voor uitpakken (extract).
* De v optie staat voor verbose zodat tar laat zien wat hij doet. Mag je ook weg laten.
* De z staat voor unzippen met gzip.
* De f optie staat voor file, na deze optie moet altijd de naam van het archief volgen.

Een “normaal” tar bestand bevat “altijd” bestanden met een relatief pad, en worden dus uitgepakt relatief tot de huidige directory. Let wel even op of de bestanden binnenin de tarfile wel in een directory stonden, anders loopt je hele huidige directory vol bestanden, wat soms lastig is.

Een .tar.bz2 of .tbz2 bestand kun je alsvolgt uitpakken:

tar -xvjf iets.tar.bz2

* Hier wordt de optie j gebruikt om aan te geven dat bzip2 moet worden gebruikt. Oudere versies van tar gebruiken hiervoor de y of de I optie, maar die kom je bijna niet meer tegen.

Bron: http://wiki.nedlinux.nl/