Hoe gebruik je tar en gunzip

Bestanden die eindigen op .gz (niet tar.gz) zijn simpel uit te pakken met gunzip <bestandsnaam>

tar is een programma om onder Linux bestanden aan elkaar te plakken tot 1 bestand en is eigenlijk bedoelt voor opslag op tape’s. tar comprimeerd niet daar is een ander programma voor nodig. Zoals je misschien al is opgevallen wordt tar met kleine letters geschreven. Onder Linux zijn de bestandsnamen hoofdletter gevoelig. De opdracht Tar zal dus niet werken!

Er zijn diverse tar extensies:

.tar – niet gecompremeerde archieven
.tar.Z – gecomprimeerd met het programma compress
.tgz of .tar.gz – gecomprimeerd met het programma gzip
.tbz2 of .tar.bz2 – gecomprimeerd met het programma bzip2

tar bestanden maak je als volgt:

tar -cvzf iets.tgz /home/bilbo/download.iets [/home/bilbo/download/nogiets]

* De – voor de opties hoeft eigenlijk niet meer, maar is standaard voor unix-achtige commando’s
* De c optie staat voor create, oftewel maak
* De v optie staat voor verbose, oftewel tar laat zien wat hij doet.
* De z optie staat voor zippen met gzip, je kunt ook een j optie gebruiken voor bzip2
* De f optie staat voor file, na deze optie moet altijd de naam van het archief bestand volgen. Zet zelf de extentie er achter. Tar maalt niet om extenties.
* Na de naam van het archief volgen een of meerdere bronnen.

“Normaal” worden bestanden in een archief geplaatst met een relatieve pad verwijzing, de eerste / wordt verwijderd van de naam.

Oftewel het bestand

/home/bilbo/download/iets/README

staat in het archief als

home/bilbo/download/iets/README

Uiteraard is dit instelbaar.

Het verdient de aanbeveling om tar bestanden te maken met relatieve filenamen:

cd /home/peter/
tar cvzf logrunner-0.1.0-src.tar.gz logrunner

wanneer je een directorynaam opgeeft pakt tar alle files en subdirectories uit de opgegeven directory ook in.

tar bestanden uitpakken:

De meeste versies van tar kunnen ook zelf het juiste decomprimeerprogramma aanroepen.

Een .tar.gz (of .tgz) bestand kun je alsvolgt uitpakken:

tar -xvzf iets.tar.gz

* (De – voor de opties kan weggelaten worden)
* De x optie staat voor uitpakken (extract).
* De v optie staat voor verbose zodat tar laat zien wat hij doet. Mag je ook weg laten.
* De z staat voor unzippen met gzip.
* De f optie staat voor file, na deze optie moet altijd de naam van het archief volgen.

Een “normaal” tar bestand bevat “altijd” bestanden met een relatief pad, en worden dus uitgepakt relatief tot de huidige directory. Let wel even op of de bestanden binnenin de tarfile wel in een directory stonden, anders loopt je hele huidige directory vol bestanden, wat soms lastig is.

Een .tar.bz2 of .tbz2 bestand kun je alsvolgt uitpakken:

tar -xvjf iets.tar.bz2

* Hier wordt de optie j gebruikt om aan te geven dat bzip2 moet worden gebruikt. Oudere versies van tar gebruiken hiervoor de y of de I optie, maar die kom je bijna niet meer tegen.

Bron: http://wiki.nedlinux.nl/

Een antwoord

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.